BACK | Cyprian Koscielniak
Wat heeft een lege kippenschuur van doen met Auschwitz? Hoe werkt het brein van een kunstenaar?
Een monumentale tekening van een raamloze, lege, diepe schuur. Houtconstructies en planken, lijnenspel, perspectief. Het tekengenot spat er van af. Een esthetisch ding, behoorlijk groot, twee en halve meter breed, indrukwekkend. Oogstrelend. Wel een vreemde titel, en nogal prominent in beeld: PEACHES EN REGALIA. Wat betekent dit werk in vredesnaam? Er wordt maar weinig verklaard in de vrije tekeningen van Cyprian Koscielniak, raadsels lijken eerder te worden vergroot. Al voel je in zijn krantenillustraties wel dat de mensheid voortdurend aan de tand gevoeld wordt, en waar nodig belachelijk gemaakt. Alles staat ter discussie. Alles doet zeer.
In de tekeningen van Cyprian is architectuur nooit ver weg. Een paal in de grond, een kuil met een dak erboven, muren, bunkers. Bouwwerken van de mensheid: kathedralen, fabrieken, torens, schoorstenen, boorinstallaties, bruggen, viaducten. Liefde voor structuur. Wel altijd hand in hand met gaten in de weg, ongeluk en veronachtzaamde katastrofe.
Maar soms poeslief en bewonderend. Zijn serie kathedralen is een hommage pur sang aan de architectuur en de bouwkunst.
Een ode aan de handwerksman ook, haast romantisch. En waarom ook niet? Wie kan de schoonheid van een kathedraal ontkennen? Wie zou de metafoor van de mens als kathedralenbouwer willen ontkrachten?
Zonder titel | Cyprian Koscielniak, 2009 | Potlood op papier | 21 x 30 cm | Collectie Boomberg
En dan opeens staat er een middeleeuwse metselaar op de omloop van een kerk in aanbouw. Hij pist in zijn werkpauze naar beneden, zó in het middenschip. Wat is zo’n tekening een heerlijke klets om de oren van de kardinalen en pausen! Een prentje van niks maar een bord dampende stront voor de neus van de bisschop die zijn foute herders stilletjes overplaatst naar een volgende gemeenschap, waar weer andere katholieke jongetjes zijn om aan te sabbelen.
Waar eindigt deze serie? In een monumentaal j’accuse. Een schuldige kathedraal. Alle misstanden, de machtshonger, de wrede wellust, de machtige Moederkerk die haar eigen kinderen opeet en vermorzelt naar gelang het uitkomt, dat perst zich hier naar buiten in een vorm die je toch niet anders kunt noemen dan esthetisch. Je kijkt ernaar, het is huiveringwekkend en massief, maar het is óók gewoon een prachtig ding.
Twee jaar later. Cyprian heeft een nieuwe, kleurige dagboekachtige stijl ontwikkelt als kunstenaar, hij pakt het thema van de kathedraal nog eens op. Een knots van een werk: De verzoeking van de Heilige Antonius. Wereldwijd staan de kranten vol van seksueel misbruik in de katholieke instituten. Ik spreek erover met Cyprian maar hij maakt zich nog het meest kwaad over het idee dat dit nieuws is. Dit weten we toch al een eeuwigheid!
Middelpunt van de tekening is een reusachtige kathedraal, verzonken in een leeg wedstrijdbad, rookwolken uitbrakend als de Twin Towers op 9/11. Half aan het zicht onttrokken door een kale boom in een kaleidoscopisch stadslandschap. En kijk! ook Ken en Barbie wonen aan dit labyrintisch plein van Schuld en Boete. Ken en Barbie zijn opeens Legopoppetjes. Kunnen slechts knikken en buigen. Ken wordt gepijpt door een knielende Barbie. De armpjes van Ken in stijve extase in de lucht, als in een gebaar van zegening, of van: ‘help!’.
Het eigenaardige in de tekenstijl van Cyprian is dat dit obscene tafereeltje op ooghoogte in de tekening staat en dat toch vrijwel niemand het ziet. Zijn stijl is zo vrolijk met die heerlijk zachte pastelkleurtjes die uitstralen: Niks aan de hand!
Terug naar de lege schuur. Ergens begint een jaren-tachtig belletje te rinkelen. Peaches en Regalia, is dat niet een nummer van Frank Zappa? Inderdaad, van het album Hot Rats. Peaches en regalia is het openingsnummer. Met nogal wat bombast gebracht maar in feite het meest drenzerige dreinende niks-aan-de-hand-nummer dat Zappa ooit gemaakt heeft. Hangt meteen dagenlang verkleefd in de hersenpan. Maar exprés zeikerig dus, want Zappa maakte weinig per ongeluk. Heeft deze muziek iets met die tekening van doen, of is het eenvoudiger, had de kunstenaar muziek van Zappa opstaan tijdens het tekenen? En wat zijn regalia eigenlijk?
Toen ik nog student aan de kunstakademie was, ergens in de zomer van 1984, ging ik op bezoek bij familie in Noord-Duitsland. Ik had er een gelegerde oom, humanistisch raadsman te velde, alcoholisch tot op het bot. Ik moest van hem eens even gaan kijken bij een industrieterreintje in de buurt. Het was een voormalig concentratiekamp, “een kleintje maar hoor”. Door de golvende zomervelden gefietst . Daar moet het zijn. Houten barakken met betonnen onderkanten. Beetje omgebouwd tot garages en opslagloodsen. Verderop worden dozen uitgeladen, daar ligt iemand in een bruine overall te lassen onder een auto. Verderop snerpt een cirkelzaag door de stille hitte en het mussengetjilp van het Duitse platteland. Je categoriseert het in je hoofd. Wat is dit? Een soort kneuterig industrieterreintje uit de jaren vijftig. Oja, maar dan dus van tien jaar eerder. Oeps! Oorlog! Een barak achteraan stond leeg. De plaatselijke jeugd heeft er een kozijn uitgewrikt en gebruikt het stofhol om er te drinken en te flikflooien op een paar oude matrassen. Ontlasting in een donkere hoek. Graffiti op vloer en deuren. Maar hoger, in de houten hanenbalken staan met zakmessen en vorken honderden teksten gekerfd, namen, data, hoop. Oorlog.
Na die oorlog zijn de loodsen verkocht aan de ondernemers uit buurt. Wederopbouw! Het leven gaat door! Zoals de barakken van Westerbork ook verkocht zijn aan boeren en elders hergebruikt als kippenschuur of voor machineonderdelen. En ook de gecurvde betonnen hekpalen van Auschwitz doen hier en daar nog dienst als pergola in Poolse tuinen rondom Oswiecim. Het leven gaat zijn onnozele gang.
Cyprian, zelf een Pool, opgegroeid onder de knoet van het Sovjet-communisme (en nu al weer 25 jaar werkend in Nederland) heeft na een bezoek aan Auschwitz een jaar of wat terug, een reeks tekeningen gemaakt van het interieur van de barakken. Stille tekeningen, leeg, alleen maar architectuur en constructie. Geen commentaar, geen titel. Die barakken zien er inderdaad uit als eindeloos lange schuren. Misschien wel mooi zelfs. Je moet zo’n tekening herkénnen als een Auschwitz-barak, anders zie je niet eens wat het is. Iets met mensen? Misschien gewoon een kippenschuur?
Het is een absurde en schaamtevolle gedachte om de ondraaglijke jodenvernietiging te koppelen aan de bio-industrie. Maar die vergelijking heeft zich voor je ‘t weet in je hoofd genesteld. De beklemming die je voelt bij het zien van een documentaire met kippenschuren, volgepropt met honderdduizend kippen die over een paar dagen dood moeten. Verwerkt tot vlees, zoals het heet. Het leven gaat door! De mens is de mens een wolf. Niks aan de hand. Een lege schuur. Peaches en Regalia. En toen stond er in het NRC een tekening van Cyprian als illustratie bij een artikel over bio-industrie. Een verlaten legbatterij, het zegt alles. De efficiente structuur is identiek aan het mensenkamp.
Paul van den Berg, mei 2012